Boost je vetverbranding! Een extra voordeel van vasten.

Je lichaam slaat energie op, dat gebeurt op twee manieren. Allereerst als glycogeen, deze slaat je lichaam op in je spieren en in je lever. De glycogeen in je lever gebruikt je lichaam om je hersenen te laten nadenken; de glycogeen in je spieren om te bewegen. Wanneer de glycogeen-voorraden voldoende aangevuld zijn, slaat je lichaam de rest van de energie op in je vetcellen. Je glycogeen-voorraad is de snelle energiebron voor je lichaam, je vetvoorraad de langzame. Je lichaam zal altijd eerst de snelle glycogeen-voorraden aanspreken voordat het je (langzame) vetvoorraad aanspreekt. Je lichaam is namelijk net een mens, energie maken uit glycogeen is veel makkelijker dan energie maken uit vet. Je lichaam kiest dus voor de makkelijkste optie 🙂

In stilstand heeft je lichaam 8-10 uur nodig om je glycogeen voorraad op te maken. Beweeg je, dan gaat dit veel sneller. Pas als je glycogeen voorraad op is, switcht je lichaam naar de tweede energiebron: je opgeslagen vet. Want waarom een moeilijk energie proces aangaan als het ook makkelijk kan? Zodra je ’s ochtends wat eet en er zit iets van koolhydraten in (en dat zit eigenlijk in bijna alles, ook je kwark heeft melksuikers) dan vul je je glycogeen voorraad meteen weer aan. Een gemiddeld mens slaapt 7-9 uur. Als je dus even een paar uurtjes wacht voordat je je eerste sapje neemt  (groente zijn tenslotte ook koolhydraten) dan dwing je je lichaam om naar de vetverbranding te switchen en je vetreserves aan te spreken. Je lichaam maakt een metabolische switch naar je vet verbranding. Deze methode wordt ook wel intermittent fasting genoemd.